Schaking ten tijde van de Republiek
Schaking was een terugkerend probleem in de Republiek der Verenigde Nederlanden. Voor het promotieonderzoek Eer tegen eer passeerden zo’n 200 casussen uit de periode 1580-1795 de revue. Deze databank biedt digitaal toegang tot die casussen, evenals tot een aantal kluchten. Zoek op naam, gewest, plaats, periode, schakingsfiguratie of simpelweg op zoekterm. Bij diverse casussen zijn originele stukken als download in pdf beschikbaar; die verschijnen in een apart venster. Vanwege de soms grote hoeveelheid scans kan het openen even duren.
Goed om te weten: de zoekmodule is afgestemd op alle casussen en kluchten in deze databank, uitgezonderd de pdf’s. Heb je aanvullende vragen over het fenomeen schaking of eer, neem dan gerust contact op.
Pagina 7 van 49
Elisabeth Trist en Dirck Jansz Graeuw
Vorm: Jaar: Gewest: Plaats: “Eerste gronde geleijt” De baljuw van Gouda registreerde begin 1674 ‘informatie’ van Elisabeth Trist, die in het huis van haar moeder Cathalina Verswaen, weduwe van Dirck Trist, was ondervraagd[1]. Hij vroeg haar op “wat manier zij deurgegaen waar met Dirck Jansz Graew” en of zij daartoe […]
FE en JS
Vorm: Jaar: Gewest: vermoedelijk Plaats: vermoedelijk “Eerlijck sullen mogen leven” Deze casus is een voorbeeld van een chantage à la Vianaise. Dat betekent: een paar wist de ouders van het meisje te ‘constringeren’, te chanteren, met hun vertrek naar een nabij gelegen asielplaats tot het geven van toestemming. De […]
J.M. v. W. en A. ’s H.
Vorm: Jaar: Gewest: Plaats: De juristen Schopman en Ellinckhuyzen presenteren een ‘casuspositie’ betreffende de minderjarige jonge vrouw J.M. v. W. en A. ’s H., die haar vader willen dwingen om hun huwelijk goed te keuren. Schopman en Ellinckhuyzen (1749): J. Schopman en F. Ellinckhuyzen, ‘Casuspositie’, in: A.L. (red.), Nederlandsch […]
Marie Catharine Sohier de Vermandois en Hans Rauter, heer van Arnstein en Tiefensee
Vorm: Jaar: Gewest: Plaats: Marie Catharine verbleef met een groep leeftijdgenoten in Kleef en is vandaar uit met Hans weggegaan en pas veel later huiswaarts gekeerd. Bijleveld (1940): W.J.J.C. Bijleveld, ‘Van den man, die Oud-Poelgeest herbouwde’, De Nederlandsche Leeuw 58 (1940) 292-294.
Pagina 7 van 49