Anna van Lawick en Maximiliaen du Bois

Geplaatst

Vorm:     Eigenrichting
Jaar:        1622
Gewest:  Gelderland
Plaats:    Geertruidenberg

 

Maximiliaen du Bois (?-?), zoon van een ritmeester, had rond 1622 “lang gevrijt” met Anna van Lawick (?-?), de adellijke erfdochter van Geldermalsen. Zij had “op behagen haere vaders het jae woort gegeven ende een paarlen keten op trou ontfangen” [1]. Deze mededeling komt niet uit een procesdossier, maar is een genealogische aantekening van een onbekende persoon, wellicht een nazaat die dit later vastlegde. Maximiliaen du Bois kreeg volgens hem echter te horen dat de vader van Anna van Lawick toch niet wilde consenteren in een huwelijk, waarom is niet bekend. Anna had daar blijkbaar moeite mee en wilde de omgang met haar vrijer voort zetten. Ze “is van de vader soo verre in sijn uijterste geinduceert, dat sij ’t belooft heeft nummermeer te sullen doen.” Het belang van de dynastie, de rol van een adellijke erfdochter die juist nauwkeurig wordt gevolgd in de hoogst belangrijke zaak van een huwelijk, en dus van vermogens- en prestigedistributie, overvleugelde de blijkbaar aanwezige liefde. Dat beviel Du Bois niet en hij bleef aankloppen bij hun kasteel te Geldermalsen[2], waar hij al die keren door Anna of haar moeder werd weggestuurd.

Maximiliaen du Bois kwam volgens de aantekening van de familiegenealoog op een dag in maart 1622 weer naar Geldermalsen, nu met twaalf musketiers verborgen in een wagen. Opnieuw werd hem de toegang geweigerd, doch dit keer wist hij dochter en moeder naar buiten te lokken. Anna van Lawick werd hardhandig op de wagen gezet en afgevoerd, krabbend en protesterend. Zes musketiers sloten de moeder op in het huis. De rest van het gezelschap voerde Anna via Deil naar Zaltbommel. Toen ze langs het huis van een oom van haar reden, werd haar mond toegestopt met een zakdoek, zodat ze niet om hulp kon roepen.

[1] Capellen, R.J. van der, Alexander van der Capellen. Gedenkschriften Deel 1 (Utrecht 1777/1778) 32; de casus is vermeld in een genealogische aantekening te vinden in HRA, Collectie Anthonius Matthaeus, inv.nr. 2 in voce ‘Lawick’; Gietman, C., Republiek van Adel. Eer in de Oost-Nederlandse adelscultuur (1555-1702) (Utrecht 2010), 227.

[2] Of het om kasteel Ravensteyn gaat, is niet duidelijk.

 

 

Downloads:

Hoge Raad van Adel, Collectie Anthonius Matthaeus, inv.nr. 2 in voce ‘Lawick.

Capellen, R.J. van der, Alexander van der Capellen. Gedenkschriften Deel 1 (Utrecht 1777/1778) 32.