Maria Anna van Heukelom en Philip Christoffel Menthen

Geplaatst

Vorm:       Overrompeling
Jaar:          1713
Gewest:    Gelderland
Plaats:       Arnhem

 

Maria Anna van Heukelom was in 1713 ongeveer 17 jaar. Ze gaf de volgende informatie aan de Gelderse landdag, de Staten van Gelderland en Zutphen in een verzoek om venia aetatis, meerderjarig te mogen worden verklaard, zodat zij kon huwen met de jongeman die met haar was weggegaan. Zij was na de dood van haar vader, een luitenant-generaal, “onder het opsigt en opvoeding van Hendrikske van Gelder geweest sijnde, van deselve op so een harde en tirannique wyse behandelt en buyten alle conversatie van fatsoenelyke menschen gehouden.”[1]. Ze had gemerkt dat Hendrikske tegen haar wil en “genegentheit” haar trachtte uit te huwelijken, en als zij daaraan geen gehoor wilde geven, gewoon was ‘haare vele rude bejegeningen toe te voegen ende te doen uijtstaen”. Ze merkte ook dat niemand van haar bloedverwanten zich “het belang van haar heeft willen aanmaetigen”. Ze had haar gedachten laten gaan over de middelen waardoor zij “uijt dese Slavernije gereddet soude mogen worden”. Dit bracht haar ertoe zich in ondertrouw te begeven met ritmeester Philip Menthen “ende vervolgens nae een rijp overleg van saeken doen resolveren van haare vrijheidt en retraite voor eenige tijt elders te moeten soeken”. Ze heeft zich toen op 31 juli 1713 “vrijwillig en uijt eigen beweging met haar meijt alleen en sonder toedoen van ijmand anders uijt haar huijs en buijten de stad begeven”, naar een plaats waar ze veilig kon verblijven. Aldus formulerend ontweek ze woorden die zouden kunnen leiden tot het beeld dat zij was geschaakt of vrijwillig meegegaan. Zonder dat expliciet te noemen handelde ze eerzaam en beschermde ze haar eer tegen de ‘slavernij’. Menthen was een zoon van de burgemeester van Arnhem. Hij had Maria Anna van Heukelom uit haar huis vervoerd, zo klaagden haar verwanten, “niet alleen met kennisse en bijstand van bijnae sijne geheele Familie, maar ook van verscheijdene andere Borgeren van die stad”. Hun klacht baatte niet, het paar huwde in februari 1714 te Rheden[2]. De machtsbalans met haar familie was door de hulp van de familie van Philip Menten in haar voordeel uitgeslagen.

[1] NL-AhGldA Archiefnummer 1707 Gelderse Landdagsrecessen, 11 augustus 1713, inv.nr. 088.

[2] NL-AhGldA Archiefnummer 0176 Retroacta Burgerlijke Stand (RBS)/Doop-, Trouw- en Begraafboeken (DTB) Gelderland, inv.nr. 1357, 36.

 

Download:

NL-AhGldA Archiefnummer 1707 Gelderse Landdagsrecessen, 11 augustus 1713, inv.nr. 088.