Anna Elisabeth Vlaer en Johan Kol

Geplaatst

Vorm:       Overrompeling
Jaar:          1747
Gewest:    Utrecht
Plaats:       Utrecht

 

De kantoorbediende Johan Kol (1726-1805) werd verliefd op Anna Elisabeth Vlaer (1726-1778), dochter van een Utrechtse bankier. Het verhaal dat geen andere bron heeft dan een mededeling aan de schrijver die het vermeldde in een artikel voor het Rotterdams jaarboekje, vertelde dat de bankier zijn bedrukte bediende vroeg wat eraan schortte. Die antwoordde dat hij verliefd was, maar dat haar vader nooit zou toestemmen in een huwelijk omdat hij, Johan, niet van dezelfde stand was. De bankier adviseerde hem dat hij haar moest schaken en bood zijn koets aan. Nog diezelfde avond vertrok het paar naar Vianen, waar het op 29 januari 1747 trouwde. De vader aanvaardde de nieuwe situatie en nam zijn schoonzoon aan als firmant[1].

[1] Mees, W.C., ‘Een opzienbarende diefstal in de pruikentijd’, Rotterdams Jaarboekje. Reeks 6, 1 (1953) 89-111, 107.